Het is tijd voor een nieuw woord!

Bestuurder van de Vereniging Netwerk Kindcentra, Ad Vos, legt uit waarom?

Hoe langer ik werk binnen de kinderopvang, hoe meer ik mij ongemakkelijk voel bij het woord ‘opvang’. ‘Opvang’ heeft inmiddels zo’n negatieve connotatie: het opvangen van mensen, bijvoorbeeld asielzoekers, lijkt daarmee in de betekenis van het woord gelijk te staan aan in dit geval kinderen. Maar ook als je het beziet vanuit de oorsprong: als marktinstrument:  Ik zie daarin een sterke parallel met de ‘kinderbewaarplaats’ van halverwege de achttiende eeuw. Toen gingen kinderen van werkende moeders naar zogenaamde ‘matressenschooltjes’, afgeleid van het Franse woord ‘maîtresse’, juf. De omstandigheden in deze schooltjes waren slecht en onhygiënisch en de juffrouwen waren slecht opgeleid. De Industriële Revolutie zorgde er ondertussen voor dat steeds meer vrouwen buitenshuis moesten werken. Het duurde toch nog bijna een eeuw toen de eerste ‘bewaarscholen’ daarvoor in de plaats kwamen, waar het personeel beter was opgeleid en de ruimtes al meer geschikt waren voor de opvang van kinderen. En weer een eeuw later (1955) ontstonden de kleuterscholen met bevoegde leidsters en werd dit zelfs bij Wet geregeld. In 1985 kreeg het, zo zou je kunnen zeggen, een officiële erkenning in de bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen door de samenvoeging met het lagere onderwijs tot het basisonderwijs.

‘De opvang van heel jonge kinderen begon pas formeel in 1968.’

Ondanks alle ontwikkelingen op dit punt qua, bereikbaarheid, financiering, gelijkstelling met KDV’s en kwaliteitseisen was de grondgedachte altijd ‘opvang’ in het kader van arbeidsmarktinstrument; een mogelijkheid om tot arbeidsparticipatie te komen. Daarmee zijn de gedachten rond opvang, de beelden die mensen hebben en het doel ervan, alle vervat in het woord ‘opvang’. Heb je het over ‘opvang’ dan heb je het per saldo en primair over: de mogelijkheid om te kunnen werken ondanks alle investeringen en energie om te wijzen op de waarde van kinderopvang voor de ontwikkeling van kinderen. Het Calimero-effect waar de kinderopvang last van heeft.

Daarom moeten we af van het woord ‘opvang’, zeker als het geen (of uitsluitend) opvang is! Het geeft een verkeerde voorstelling van zaken. Het doet de sector geen goed en maakt het werken in deze sector in de ogen van anderen minder gewaardeerd.Met overtuigend veel wetenschappelijke publicatie moge voor iedereen helder zijn dat de grootste ontwikkeling die een mens doormaakt in zijn hele leven, die is van (-9 maanden) 0-7 jaar. De rest van zijn/haar leven is ervan genieten, herprogrammeren of repareren. Toch raar dat we dan ‘opvang’, nog steeds ‘opvang’ noemen?

‘In 1985 is voor de ontwikkelperiode van 4-13 jaar door de overheid gekozen voor een woordverandering.‘

Er werd gesproken over een basisschool en geen kleuter- en lagere school meer. Het is tijd om na te denken over een nieuw woord (met bijbehorende beelden) voor de ontwikkelperiode van (0)2-13 jaar en daarmee een erkenning van de waarde van deze sector voor de ontwikkeling van mensen. Het is tijd voor een nieuw woord. Waarom?

  • de IKC-ontwikkelingen in het land
  • de komst van ‘gratis kinderopvang’
  • de rijke ontwikkeldag èn
  • de wetenschap van de ongekend waardevolle (wetenschappelijk bewezen) inbreng in de ontwikkeling van jonge kinderen.

 

Ik zou graag op zoek gaan naar een woord dat recht doet aan het feit dat kinderen in die periode worden opgevangen (jawel, ook kinderen van 4-13 jaar worden opgevangen) en worden ontwikkeld (en jawel, kinderopvang ontwikkelt ook kinderen en wellicht nog wel intenser dan in het onderwijs).

Denk jij mee?

‘Samenwerken aan een nieuwe wereld van opvang & onderwijs’🍀