Wat is er mis met onze mindset?

Onze bestuurder Ad Vos geeft antwoord op deze vraag met de opmerking dat dit niet zo moeilijk is!

  • Decennialang zijn we geprogrammeerd in een bepaald systeem vanuit de ‘industrialisatie’ en we maken daar tegelijk onderdeel vanuit;
  • Al meer dan 50 jaar is kinderopvang, ook door die ‘industrialisatie’ een arbeidsmarktinstrument: als je wilt gaan werken dan kan je kind naar de opvang;
  • Al meer dan honderd jaar hanteren we een onderwijssysteem dat inmiddels de norm is, waar we dan ook al die jaren ook zo over praten.
  • Bovendien lijkt niets daar aan te veranderen. Het zit ingeslepen, is vastgeroest.

 

Zelfs onze ministers Van Gennip (SZW) en Wiersma (OCW) hangen deze gedachte aan. Neem de brief van mevrouw Van Gennip aan de TK over de aanpak van de personeelstekorten in de kinderopvang. De kinderopvang wordt geprezen om zijn waarde voor kinderen en de maatschappij omdat het werken voor ouders mogelijk maakt. Vervolgens zouden combinatiebanen met het onderwijs interessant zijn. Of, de brief van Wiersma aan de TK over ‘school en omgeving’ waar hij kinderopvang als één van de vele partners ziet waarmee onderwijs kan samenwerken.

Een mindset over kinderopvang en onderwijs geborgd in beton, zo lijkt het wel. Logisch dat u mij nu de volgende vraag stelt: ja, en wat is daar mis mee? Dan zeg ik: alles.
Deze mindset is:

  • traditioneel,
  • Niet meer passend bij deze tijd,
  • statisch,
  • dogmatisch en bovenal
  • niet juist!

 

Het is verstikkend en heeft zijn langste tijd gehad.

 

De huidige mindset is decennialang benaderd vanuit het systeem ‘kinderopvang is opvang ten gunste van werkende ouders’ en onderwijs? Ja …, dan hebben we het ergens over, dan gaat het echte werk beginnen. Vanaf vier jaar leren en vanaf 13 jaar begint dan het èchte werk.

Het wordt dan van je ‘zijn’:

> genieten;

> ermee leven;

> begeleiden of

> repareren.

 

‘Aandacht voor het jonge kind kan problemen later
helpen voorkomen.’

Dat is nu de gewoonte, terwijl we allemaal weten dat het anders moet en anders kan.

  • Dus mevrouw Van Gennip, u zou zich hard moeten maken voor de erkenning van de ontwikkeling van alle kinderen van 0-4 jaar enerzijds als voorwaarde voor een beter leven voor elk mens en de onlosmakelijke verbintenis tussen onderwijs en BSO. En…
  • dus Meneer Wiersma, kinderopvang is niet een van de partners van het onderwijs, het is een absolute voorwaarde voor goed onderwijs. Dat maakt dat u zich hard zou moeten maken voor het belang van de ontwikkeling van kinderen van 0-7 jaar en de onvoorwaardelijke verbinding van de BSO aan het basisonderwijs.

 

Vanuit de VNK kan het dan ook niet anders dan dat de beste vorm om dit veilig te stellen is in een kindcentrum van 0(2)-13 jaar. Een centrum van ontwikkeling waar deskundige pedagogisch medewerkers weten wat jonge kinderen nodig hebben en daardoor kennisdeling plaats vindt met kleuterleraren, waar ‘achterstanden’ vroeg worden opgepakt in een wenkend perspectief ter voorkoming van erger, waar onderwijstijd gewonnen kan worden door erkenning van de BSO als vanzelfsprekende ontwikkelplek voor kinderen, waar ‘combinatiefuncties’ kunnen zijn die het werken in een kindcentrum aantrekkelijk maken, waar kinderen zich van nature in een veilige en ononderbroken omgeving kunnen ontwikkelen, waar ouders samen met één deskundige partner werken aan de meest belangrijke periode in een mensenleven.

Kortom ministers Van Gennip en Wiersma, aan u een oproep:

  • zoek elkaar op,
  • omarm elkaar,
  • werk samen en
  • erken waar het werkelijk omgaat in plaats van doorgaan met repareren van niet meer passende systemen.

 

Creëer de voorwaarden voor dat wat ons allen lief is: jonge kinderen en de waarde van die leeftijdsfase voor de rest van onze levens.

Nederland zal u op termijn dankbaar zijn!